De toekomst van de ooievaar


Het ooievaarsproject van de afgelopen 40 jaar is zeer succesvol te noemen en er is momenteel dus alle reden om er vanuit te gaan dat de huidige populatie goed levensvatbaar is om deze aantalontwikkeling op peil te houden. Zoals al eerder is beschreven, zijn er naast Nederland nog diverse landen waar het goed gaat met de ooievaar. Wel blijft een punt van zorg dat door de ontwikkeling van de landschapelementen het areaal aan grasland verder zal afnemen, dus het leefgebied van de ooievaar wordt daardoor nog steeds kleiner. En dat negatieve effect zullen we vooral om moeten buigen door er voor te zorgen dat het resterende grasland ooievaars vriendelijker wordt. De verbetering van het leefgebied zal vooral moeten plaats vinden door agrarisch natuurbeheer in de veenweide gebieden en rivieren en beekdalen. En er zijn genoeg voorbeelden van natuurontwikkeling te noemen waarbij de eerste positieve signalen duidelijk zichtbaar zijn. Dat kan van groot (Gelderse Poort) tot klein (Koningsdiep) en uiteraard is het duidelijk dat wanneer het positief uitpakt voor de ooievaar er tal van soorten zijn die daar op meeliften, of omgekeerd, lift de ooievaar mee op bijvoorbeeld een project wat in eerste instantie is bedoeld voor de tureluur. Het gaat nu meer om kwaliteit dan kwantiteit. We streven er echt niet naar om bijvoorbeeld van 900 broedparen in ons land te groeien naar 1800, nee veel meer van belang is om er voor zorg te dragen dat elk ooievaarspaar in een leefomgeving zit waardoor elk paar tenminste 2 jongen groot kan brengen. Dit om de natuurlijke verliezen goed het hoofd te kunnen bieden. En van nature zal de ooievaar dat biotoop zelf gaan zoeken en als we overal in Nederland gaan stoppen met voeren zal ook de sterke concentratie van het aantal paren zoal we die nu nog kennen in bepaalde regio’s op termijn zeker verdwijnen en zal de ooievaar, zich beter passend, in het voor de ooievaar geschikte landschap vestigen. Waarbij onverlet blijft dat er natuurlijk nog steeds gebieden kunnen zijn waar het natuurlijke voedselaanbod zo groot is dat zich daar toch een sterke concentratie ooievaars vormt, maar ook dat is dan passend!




Terug naar boven